De kabbala, ‘het ontvangen’ de van oorsprong joodse mystieke traditie, kent de principes van het schone, het goede en het ware. Ervaringen van schoonheid, van het goede en het ware kunnen gezien worden als reflectie van het in de schepping alomtegenwoordige goede op verschillende lagen van het bestaan. In de bijbelse scheppingsmythe spreekt God en schept al sprekend. Na elke schepping ziet God dat het ’tov’ (tof in het Nederlands), goed is. Ware woorden zijn creatief, goed en mooi.
Aan de hand van de jakobsladder en de levensboom licht Magda van der Ende deze begrippen toe. Naarmate het zielenbewustzijn van de mens toeneemt, kan de onderlinge samenhang dieper doorvoeld en ervaren worden. De schoonheid van de fysieke wereld zien is als een poort naar het willen doen van het goede en dat kan vervolgens een poort naar het ware worden. Het oefenen van deze kwaliteiten is het werk van de mens die heel wil zijn. Heelheid is te zien als de potentie van de mens om het schone, het goede en het ware samen te laten vallen.
Magda van der Ende studeerde theologie in Utrecht en Cluj/Kolozsvár in Roemenië. Ze volgde vele jaren lessen bij de kabbalist Z’ev ben Shimon Halevi en vertaalde een van zijn boeken in het Nederlands: Kabbala en Exodus. Van haar hand verscheen in 2019 het boek Zeg me, wie ben je…, een inleiding in de kabbala aan de hand van tien bijbelse vrouwen. Ze geeft vanuit ‘De Expeditie’ in Amersfoort les en lezingen en begeleidt mensen in hun geestelijke ontwikkeling.